Ik voel dat god met mij
mee zwemt tot aan
het strand waaruit
het wassende water wegtrok.
Aangespoeld ligt hij
naast mij te wolken.
Wentelend zand rollebolt in genot
met ruimte, licht en
overzicht
Hij zegt er zit een vis
in je buik met klappend
gevin, die zal je helpen,
leiden, vervoeren,
zeggen waar het oogsten ligt.
Doch ik keerde,
wou zeezoek terug naar
wat dieptes brengen,
golven, schuim en alle
zouten,
die zo bekend en mij beminnen.
Maar hij raakte mij de navel, wiegde,
wenkte mijn buik in z’n hand,
sprak bezorgd en
duidde zwijgzaam, tilde blikken:
“Jongen,
we zijn al aan de overkant”.
Op Nessun Dorma uit “Turandot” van Puccini,
uitvoering: Luciano Pavarotti
Nederlandse vertaling
Niemand moet slapen, niemand moet slapen,
Zelfs jij, oh Prinses
In jou koude kamer,
staar naar de sterren,