Niks heb ik hier
als zijn vleugels
mij missen, het
vangen mijn
lichaam met liefde miswiegt,
gaten beslaat,
de lucht doet behangen,
net als de Sint
mijn huis overvliegt.
Ik klauterklamp zorgen
bij Gabriëls wade,
leef op de kale mij
zuigende grond, raak
aan de polsen, de
stigma’s, een kade,
staar als een mens die
de engelen vond.